Tijdens de kerst is het vrijwel onmogelijk de verleiding te weerstaan culinaire hoogstandjes te bedenken en het bezoek als experiment te gebruiken om hun beleefdheid op de proef te stellen.
Afgelopen jaar claimde het bezoek, ondanks de resten die nog op het bord lagen, over het eten: “heel erg lekker maar we zitten helemaal vol”.
Het gerecht dat ik had bedacht was een filosofisch, geen culinair, hoogstandje. De vegetarische variant van het experiment, een experiment op basis van een experiment, bleek achteraf niet zo heel culinair en zelfs filosofisch een stuk minder rechtvaardigbaar.
Standvastig hield ik vol dat het 7 laags levensbrood alle theoretische elementen bevatte die het tot een van de meest populaire gerechten in de geschiedenis had moeten maken. De teleurgestelde gezichten en beleefde glimlachen ten spijt, legde ik uit dat ze een meesterwerk van de filosofie op hun bord hadden laten liggen, toch scheen geen indruk te maken.
Zoals het vaker gaat, kan de theorie niet in alle gevallen de werkelijkheid overwinnen. In dit geval is er denk ik nog hoop. De tempratuur stond iets te hoog tijdens het bakken waardoor de binnenkant nog niet gaar was.
Met Pasen, filosofisch is het daar zelfs een stuk beter voor geschikt dan de kerst, hoop ik aan dezelfde mensen het overtuigende bewijs te leveren.
De filosofie achter het recept is ijzersterk, het kan daarom alleen maar goed gaan.
ZevenlaagsLevensbrood Het recept:
- Pak een gekookte en fijngestampte grote aardappel.
Deze is geplukt uit de grond, de wortel die de mens bindt aan de aarde.
- Snij vijf champignons.
Dit is de schaduw, waar de slaap vandaan komt, een schimmel die kan groeien tot een voedzaam product.
- Gebruik 300g bloem.
Een door de zon gevoed fundament van onze geschiedenis, de oorzaak van de eerste steden.
- Voeg er 3 gram gist aan toe.
De opsmuk, de lucht in het deeg waar we kastelen mee bouwen om ons te verheffen tot iets wat smaak geeft, maar eigenlijk een beetje onnodig is.
- Zout.
Dit zorgt voor het einde, de dood. Waar zout op wordt gegooid, houdt op met leven. We zijn sterfelijk, zout symboliseert dit.
- Doe alles in een kom en meng het met elkaar.
- Voeg er langzaam water aan toe tot het een werkbaar deeg wordt.
Water is de levensbron van de mens, we bestaan uit en water en we kunnen niet zonder. Het is ons leven en constitutie.
- Laat het deeg rijzen tot het twee keer zo groot is geworden.
Zo is ook de mensheid: het groeit, beweegt, vult zich met lucht en bouwt. Geef de mensheid brood en laat het rijzen, ze zullen de grootste dingen doen die bedenkbaar zijn, zolang ze maar kunnen rijzen.
- Verdeel het deeg als het twee keer zo groot is geworden in drie delen en laat nog een uur rusten.
- Vet een broodblik in met olie.
Olie maakt dingen los, het is vergeving, bewust van de plakkerigheid van de ander, laat je de persoon zijn gang gaan zodat dingen niet vast blijven zitten.
- Leg een derde van het deeg in het broodblik voor de onderste laag.
- Pak nog een derde en verdeel het door de helft, leg dit aan beide zijdes zodat het midden gevuld kan worden.
- Leg daar een laag spek op.
Dit symboliseert het vet, de overschot, het gespaarde geld.
- Scheid de eieren en klop het eiwit op, verdeel dit over de speklaag.
Het ei is wedergeboorte, het kind dat nog niet geboren is, de reproductie die ons leven schoonheid en levenslust geeft.
- Leg hier weer een laag kaas op.
Kaas is melk, de voeding voor het kind, waar elke mens en waarschijnlijk al het andere leven, betekenis in kan vinden: voeden en gevoed worden.
- In het midden komt gekruid vlees gemengd met het eigeel.
De cirkel van het leven is nu rond. Het is eten en gegeten worden, leven door de dood van ander en geven van leven na onze dood.
- Maak de bovenkant af door er weer een laag kaas, eiwit, spek en het laatste deel van het deeg erboven te doen.
Dit maakt het af, het is nu een geheel. Alles van het leven is een brood geworden, het hoort bij elkaar, is hetzelfde, is een. Het levensbrood.
- Doe het meteen in een voorverwarmde oven op 160 graden (niet 180 graden).
- Laat het een halfuur bakken.
De zevenlagen zijn de aardappel, champignon, bloem, spek, ei, kaas, vlees: de aarde, de schaduw, de zon, het vet, de geboorte, de voeding, de wedergeboorte.
Na een half uur komt dan het zevenlaagslevensbrood, van de culinair filosoof, uit de oven.
Culinaire filosofie en het viersterrenrestaurant.
Het hoogtepunt van kookkunst wordt beloond met een Michelin ster. Elke ster heeft zijn eigen betekenis en kan aan een zintuig worden gekoppeld.
De eerste zintuig die voeding moet bevredigen, is de smaak. De eerste ster zegt dan ook dat een restaurant het toppunt van kookkunst heeft bereikt. De smaak is perfect en van continue hoge kwaliteit.
Eten is niet alleen de smaak, maar ook uniciteit. Is wat je nu ervaart anders dan wat je de afgelopen week hebt gegeten? De tweede gaat dan ook om de bijzonderheid van het eten. Het is uniek, een uitzonderlijke ervaring.
De laatste ster is de presentatie. Het is perfect uitgevoerd, van hoge kwaliteit, een unieke keuken met kwaliteitsingrediënten. Hier wordt de smaak, ogen, geur en beleving van de avond volledig gemaakt. Als het laatste gerecht is afgelopen, zijn al je zintuigen bevredigd.
Toch is dat niet helemaal waar. Een onderdeel van volledig bevredigd zijn, is geïnspireerd zijn.
Niet alleen nieuwe smaken en door alcohol gevoede gevoelens, maar ook het denken dat zich weldadig en bevredigd tot rust kan brengen.
Een zintuig dat zich geprikkeld en geïnspireerd voelt door een idee, gedicht, verhaal, theorie. Het is de laatste ster die eraan toegevoegd kan worden door een culinair filosoof die de hoogtes van het brein bevredigt met redeneringen passend bij elk gerecht.
Een extra dimensie die een perfect restaurant nog perfecter kan maken.
De geboorte van het viersterrenrestaurant.