Het belang van leven?
Er zijn op deze vraag verschillende, overtuigende antwoorden mogelijk. Veel komen uit een bepaalde religie of ideologie waardoor de objectiviteit meteen wat minder wordt.
Een interessante benadering is daarom om te onderzoeken of er een argument te vinden is op basis van een visie buiten de mens.
Sterker nog, ideaal gezien zou het vanuit de visie van iets dat niet leeft moeten komen. Vandaar bovenstaande titel. Hoe zou iets dat buiten het leven staat, kijken naar levende wezens? Zou deze entiteit een mogelijkheid zien om die activiteit betekenisvol te kunnen vinden?
Een duidelijk, enigszins objectief beginpunt van waaruit geredeneerd kan worden, is de evolutietheorie. We zijn volgens dit idee eigenlijk zomaar iets, een willekeurig proces, dat wel of niet had kunnen gebeuren. Een celdeling, als onderdeel van het universele ontstaan en vergaan, zonder reden actief geworden in dit heelal.
Het is een theorie die niet de mens, maar al het leven centraal stelt.
Het lijden van de hond
Een interessante situatie waaruit betekenis geanalyseerd kan worden, in zoverre wezens die nog nooit hebben geleefd daar interesse voor zouden tonen, is het lijden. Wat motiveert levende wezens met heel veel pijn om toch door te gaan terwijl ze een onderdeel zijn van een willekeurig, betekenisloos proces?
Waarom blijft de hond met nog maar één poot kwispelend doorleven? Wat motiveert dit vreemde wezen om ondanks alles toch vol enthousiasme naar de deur te strompelen bij het horen van de stem van zijn baasje?
Deze vraag geldt ook voor de mens. Waarom zouden we als wezens met bewustzijn lijden toelaten in ons leven en niet bij het eerste en beste pijntje direct naar ontsnappingen grijpen? Waarom zouden we niet massaal gaan leven onder invloed van drugs, alcohol, of als het even tegen zit, meteen te kiezen voor de dood?
Voor iets dat nog nooit geleefd heeft moet de vraag perplexend zijn. Wat is er nou zo bijzonder aan het leven dat alle wezens doorgaan ondanks de pijn?
Waar halen ze de betekenis vandaan om het lijden en de tegenslag te bagatelliseren, om vervolgens doodleuk, in volle vaart, alsof er niks is gebeurd, strompelend, vol vreugde, alle beperkingen negerend, achter een bal aan te rennen?
Verklaringen vanuit een ideologie, religie of een psychologische, zoals bijvoorbeeld hoop, schieten hier te kort. Dit fenomeen valt waar te nemen bij de naaktslak, de hond en de mens. De aanname dat naaktslakken diepgaande theoretische en psychologische systemen hebben, is tot nu toe bar weinig bewijs voor gevonden, een andere conclusie ligt daarom wat meer voor de hand.
Naaktslakken en betekenis
Een duidelijkere verbinding tussen naaktslakken en mensen, eentje die de hond met één poot ook bezit, is het ervaren van de wereld. De naaktslak voelt wat er gebeurt en vindt dit betekenisvol omdat het op die manier de werkelijkheid kan beleven.
Dit geeft een verklaring wat het op zichzelf, los van plezier en pijn, de moeite waard maakt.
Ervaring valt buiten theoretische systemen, het is direct. Het beleven van wat je meemaakt geeft een betekenis aan alles wat je doet, inclusief je lijden.
Dingen worden belangrijk door de ogen van jezelf, als iets dat de wereld ervaart door zichzelf. De ervaring van wat je beleeft, is belangrijk door je eigen ogen, los van de inhoud. Een tomatenplant en een wetenschapper hechten waarde aan wat ze meemaken omdat ze het ervaren door hun eigen beleving.
Het leven van de naaktslak die een tomatenplant eet en vervolgens door een hond met één poot wordt opgegeten, lijkt objectief helemaal niet zo bijzonder. Vanuit de naaktslak gezien is elk onderdeel een bijzondere ervaring vol met betekenis.
Het belang van het leven van de naaktslak, voor de naaktslak zelf, is de ervaring van wat hij meemaakt vanuit zijn eigen perspectief. Ditzelfde zal waarschijnlijk ook zo zijn voor de hond, de tomatenplant en de mens.
Existentialistiesche waardevolheid volgens het on-leven?
Dit krijgt zelfs een existentiële betekenis, waar de nog nooit levenden waarde aan zouden kunnen geven.
Als wezen met ervaring maak je onbewust een keuze tussen iets zijn dat ervaart, of iets worden dat er niet meer is.
Een keuze om van iets (een mens/naaktslak dat zichzelf ervaart), naar niets te gaan (de dood). Alles dat leeft bewijst daarom door te kiezen om te leven, dat hijzelf in zijn eigen ogen, feitelijke betekenisvol is.
Niet alleen betekenisvol in relatie tot zichzelf, maar ook tot niet bestaan.
Het antwoord op de vraag: Wat is belangrijker, Iets dat ervaart of iets dat er niet is?
Omdat iets dat niet bestaat geen betekenis op zichzelf heeft en een bewustzijn dat ervaart wel, kan je zeggen dat het leven ervaren, door middel van onder andere het lijden, op zichzelf belangrijk is.
De realiteit ervaren is wat het leven betekenis geeft, wat voor ervaring het ook is. Op deze manier is in feite alles wat je doet betekenisvol: je bent jezelf aan het ervaren, als een wezen dat er ook niet had kunnen zijn.
Vanzelfsprekend zullen wezens die nog nooit geleefd hebben dit in alle toonaarden ontkennen, ze zouden dan indirect toegeven dat ze zelf betekenisloos zijn.
Gelukkig kunnen ze noodzakelijkerwijs niet bestaan waardoor hun mening met een flinke korrel zout kan worden genomen (ervaring van wat je meemaakt is volgens het bovenstaande de definitie van levend zijn, je mening geven is onmogelijk als je geen ervaring hebt van jezelf, dus de nog nooit geleefden moeten noodzakelijkerwijs niet kunnen bestaan.)
Conclusie
Het meest fascinerende van dit gedachte-experiment is denk ik dit:
In een grotendeels leeg heelal, bezaaid met levenloze planeten, waar op een van deze werelden iets ontstaan is dat kan bewegen en sommigen van deze dingen zelfs bewustzijn hebben; zijn er een relatief tot de omvang van het heelal minuscuul aantal wezens met intelligentie.
In deze realiteit, waar hij zijn bestaan als niet minder dan een mirakel kan zien, waar hij het belang van zijn existentie direct uit de ervaring van zichzelf kan concluderen, waar dit nog eens wordt versterkt door het inzicht dat hij een vraag überhaupt kan stellen:
Vraagt dit wezen zich af, of het wel betekenis heeft dat hij bestaat.
Wat is er zo bijzonder aan leven voor een mens, die zich ervan bewust is dat hij/zij leeft? Bewustzijn, het besef dat je er bent, dat je jezelf en je omgeving waarneemt, dat je hoort, ziet, voelt, ruikt en proeft, en ook “weet” (intuïtie). Is er meer? Een superbewustzijn, samadhi (समाधि), Verlichting – de laatste stap op het achtvoudige pad, waarbij de menselijke geest door perfecte meditatie één is geworden met het object van meditatie en vrij van enige activiteit.
De betekenis van zijn/haar bestaan is de betekenis die hij/zij er zelf aangeeft. Wat een uitdaging. Wat een macht.
Er is leven met bewustzijn, niet meer leven en nog niet leven.
Het leven is een wonder. Laten we ons daarvan bewust zijn.
Ik denk dat de zin van het bestaan de vrijheid is .Vrijheid om te veranderen , in denken.
ervaren, ontmoeten .Hoop. En dat maakt het leven fascinerend en daarom zinvol.
Dat zou betekenen dat je zonder vrijheid een betekenisloos leven leidt? Ik denk niet dat wezens die nog nooit geleefd hebben het daarmee eens zouden zijn.