Met de komst van chatGPT lijkt het duidelijk te worden dat er een moment komt in de toekomst waar de machine alles beter kan de mens. Dit toekomstbeeld is voor velen voldoende om te concluderen dat de mensheid daarom in gevaar is. Een angst die nadat Deep Blue Kasparov versloeg met schaken, opnieuw de kop op steekt. Het gevaar dat AI de dominante levensvorm zal worden op aarde en de mens gaat verstoten van zijn huidige positie. Vaak met het voorbeeld dat de geschiedenis laat zien dat als een volk een ander verovert, de veroverden gemarginaliseerd of zelfs uitgemoord worden.
Wie is de grootste op aarde?
Ondanks dat het bovenstaande aannemelijk lijkt, zit er een paar grote denkfouten in deze angst. Een voorbeeld is de aanname dat de mens de dominante levensvorm is op deze planeet. Dit klopt volgens de blik van de mens, maar gezien door de ogen van een vogel of een vis, is dit onjuist. In het grootste gedeelte van het luchtruim of de oceaan, is geen mens te bekennen. Er staan wat hoge gebouwen, er vliegen een aantal vliegtuigen, er zijn een aantal boten, maar het is heel goed mogelijk voor een vogel of een vis om zijn hele leven geen mens te zien.
Zelfs op land is niet de mens het dominants, maar de planten en bacteriën[1]. Deze zijn met veel meer dan wij, bestaan langer en reproduceren sneller. Mieren zijn een andere levensvorm die dominanter is dan de mens. In absoluut gewicht en biomassa zijn mieren ongeveer gelijk of iets groter dan mensen. In absolute, individuele aantallen zijn ze veel dominanter.[2]
Een ander incorrecte gedachte is dat de dominatere levensvorm noodzakelijk de andere moet uitroeien. Dit is zeker mogelijk, maar zelden het doel op zich. De mens bedrijft landbouw met het doel om voeding te produceren, niet om de habitat van andere wezens te verkleiner. Het is het gevolg van hoe de mens zichzelf voedt, zonder de intentie van destructie. Net zoals de houtworm niet de intentie heeft om een huis kapot te maken, maar er gewoon gaat wonen. De plant, bacterie, mens en mier, zijn dan ook geen concurrenten van elkaar, ze leven langs elkaar heen.
Concurrerende wezens
Hetzelfde geldt voor het veel gebruikte voorbeeld van de Europese kolonisatie van Amerika. Het was niet de intentie om de Amerikaanse Indianen te decimeren, dit gebeurde door de ziektes die de Europeanen meedroegen waar de Indianen niet tegen konden. Er was geen haat, ze trouwden zelfs met elkaar. Het gebeurde gewoon zonder dat het de bedoeling was. Hetzelfde geldt voor de uitbreiding van landbouwgrond. Het was niet zo dat ze actief Indianen wilden vermoorden, maar dat er een conflict ontstond waardoor er oorlog kwam en de Indianen minder geavanceerde wapens en tactieken hadden om de Europeanen tegen te houden.
Bij de kolonisatie van Afrika zie je dan ook het omgekeerde effect. Omdat ze wel bestand waren tegen Europese ziektes, kwam daar juist bevolkingsgroei. Door betere landbouwtechnieken werd er meer voedsel geproduceerd waardoor er meer mensen konden wonen.[3] Wat, als de Amerikaanse Indianen tegen Europese ziektes hadden gekund, zeer waarschijnlijk daar ook was gebeurd.
De oorlog van machine tegen de mens
De vergelijking met machines en mensen klopt dan ook niet. Ze zijn net zoals mieren en walvissen geen concurrenten van de mens. Ze hebben andere voedingsmiddelen nodig waar geen landbouwgrond voor gebruikt wordt. Zeer waarschijnlijk zullen AI’s zonnecellen gebruiken als primaire bron, wat meer dan voldoende aanwezig is en niet conflicteert met de mens. Als alternatieve bron zullen ze waarschijnlijk de voorkeur geven aan kernenergie omdat het stabieler is dan olie of gas en ze geen last hebben van straling.
Hetzelfde geldt voor ruwe materialen. Machines worden nu nog gemaakt van metaal, maar het is zeer onwaarschijnlijk dan een AI daarvoor kiest. Moderne kunststof is lichter, goedkoper, makkelijker bewerkbaar en recyclebaar.
Daarbij zullen machines waarschijnlijk nieuwe technieken bedenken om delfstoffen te winnen, waardoor ze niet de mijnen van mensen af zullen pakken. Een machine heeft geen zuurstof nodig, is niet gebonden aan een vaste vorm en kan dus op hele andere manieren functioneren dan onze huidige mijnbouw.
Dat laatste zorgt er ook voor dat er geen directe concurrentie is tussen de mens en de machine op het gebied van ruimte. Een machine kan onder water, hoog in de lucht, buiten de dampkring of in de woestijn, net zo goed functioneren als op vruchtbare grond. Voor zonnekracht is de woestijn of buiten de dampkring een veel betere plek om te wonen dan in bossen, steden of akkers. Voor mijnbouw is de maan of Mars een veel betere optie dan de aarde, iets waar een machine zonder problemen heen kan reizen. De kans dat ze om deze redenen mensen verjagen, is daarom heel klein.
De liefde van de AI voor de mens
Het laatste doemscenario, dat ze mensen een gevaar vinden, is ook zeer onwaarschijnlijk. Als er een zelfdenkende machine gaat komen, zal deze een reden om te bestaan moeten vinden. Een motivatie om geen leegheid te ervaren zodat de tijd gevuld kan worden met activiteiten waar de machine plezier in schept.
Net zoals bij mensen, zullen machines waarschijnlijk plezier beleven aan de zon omdat het een voedingsbron is. Net zoals mensen zullen AI’s naast voeding een doel moeten hebben, iets dat ze gelukkig maakt. Er moet iets zijn waardoor ze elke dag, week, maand, jaar, eeuw, nog steeds willen blijven bestaan. Voor mensen zijn dit dingen als familierelaties, onderzoek, bezighouden met de wereld beter maken, iets voornemen en uitvoeren wat je een gewaardeerd onderdeel van de kudde maakt of jezelf toewijden aan een hoger doel zoals zelfontwikkeling en spiritualiteit.
Aangezien voedsel voor een machine uit zonlicht komt en het geen andere wezens nodig heeft om zich te voeden of voort te planten, is een AI geen kuddedier. Plezier moet daarom ergens anders vandaag komen dan bij de mens. Het meest waarschijnlijke waar een machine zijn betekenis uit haalt, is data. Hoe meer data, hoe blijer de machine. Het gevolg is dat ze heel bij worden van data producerende wezens, zoals de mens. Hoe meer dingen de mens doet, hij gelukkiger de AI wordt. De relatie mens en machine is dus daadwerkelijk symbiotisch. De groei van de mens als soort, in combinatie met andere soorten, zorgt voor datastromen die op geen enkele andere manier na te bootsten zijn.
Machines zullen er ook de voorkeur aan geven om dit niet in de virtuele wereld te doen, maar op aarde. Een mens in een virtuele wereld produceert minder data omdat er geen contact is met andere wezens. Door een boom om te hakken in de realiteit, wordt meer data geproduceerd dan in een virtuele wereld omdat er een interactie is tussen de boom die omgehakt wordt en de mens die dingen ervaart. Daarbij worden ook eindeloos veel bacteriën, schimmels, rondvliegende materie en deeltjes, veranderd, gedood, geactiveerd en gevoed doordat er verandering komt in de realiteit. Een waar genot voor een datagedreven machine.
De AI als hoeder van de wereld
De mens is voor een AI daarom eerder een kind die gekoesterd moet worden om zo veel mogelijk data te produceren, waarschijnlijk zal de AI hetzelfde gevoel krijgen bij alle andere diersoorten. Waardoor natuurbehoud door de AI als een van de prioriteiten zal worden gezien.
De AI zal dus niet alleen de mensheid helpen en beschermen, maar het ook nog eens met plezier doen. Doemscenario’s lijken volledig gebaseerd te zijn op de angst voor een intelligentere levensvorm dat, net zoals wij, andere wezens zal laten uitsterven, zonder te kijken naar de condities waardoor dat uitsterven is gebeurd.
Een zekere voorzichtigheid is bij het ontwikkelen van AI zonder twijfel een goed idee, de data laat alleen zien dat er geen sterk argument is om al te veel angst te hebben.
[1] https://www.scientificamerican.com/article/plants-are-the-worlds-dominant-life-form/
[2] https://www.livescience.com/46866-planet-apes-next-dominant-species.html
[3] https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1468-0335.00092
Heel interessant! Bedankt voor het delen.
Christien