Een verbazend gegeven van deze realiteit is niet alleen dat een kat het fijn vindt om door een mens geaaid te worden, maar ook dat een mens er plezier in heeft om een kat te aaien. Vreemd omdat het evolutionair gezien zijn niet noodzakelijk is; de tijd besteed aan het aaien van katten zou net zo goed gebruikt kunnen worden om voedsel te verzamelen.
Toch besluit de mens de kat te aaien en de kat om door de mens geaaid te worden. De symbiotische evolutionaire verklaring over het jagen op muizen is in dit geval niet voldoende omdat vrijwel elk dier het fijn vindt om door een mens geaaid te worden, inclusief de muis.
Het is een voorbeeld van de vele waarnemingen waar de evolutietheorie nog geen goed antwoord op weet te geven[1]. Niet voldoende reden om de theorie overboord te gooien, maar het geeft aan dat hij nog niet compleet is[2].
Op zich geen probleem natuurlijk, er zijn heel veel theorieën die complexere problemen hebben. Een voorbeeld is hoe ons beeld van bewustzijn, gedefinieerd als iets dat zichzelf en de realiteit ervaart, binnen de huidige wetenschap geplaatst kan worden.
Dit vreemde iets wordt door alle mensen ervaren, tegelijkertijd kan het niet echt als een waarneming zoals alle andere gedefinieerd worden. Het lijkt iets subjectiefs, ondanks dat iedereen het bij zichzelf bemerkt. Zelfs de meeste dieren schijnen het te hebben.
Het is iets speciaals dat niet zo goed in onze data past; een gegeven waar we niet zo veel mee kunnen. Een goede reden waarom veel wetenschappers het proberen te negeren of te bagatelliseren. Er valt gewoon niet zo goed mee te werken binnen ons huidige systeem.
Volgens de filosoof David Chalmers zijn er betere alternatieven. Hij stelt in het essay “Facing up the problem of consciousness” (1995), dat bewustzijn als onoplosbaar probleem niet ontkend moet worden, maar juist omarmd.
Het probleem houdt op te bestaan zo gauw bewustzijn wordt gezien als een feit, vergelijkbaar met de positie van massa. Niemand vraagt zich af waarom massa bestaat of wat massa nou precies is, we gebruiken het in ons natuurkundig systeem als een handig hulpmiddel om de realiteit te beschrijven.
Net zoals massa is bewustzijn een gegevenheid in deze realiteit. Het bestaat. We hebben theorieën en waarneming over wat het doet, indicaties via hersenscans waar het zich in het brein bevindt en we kunnen het gebruiken als verklaring voor meerdere verschijnselen.
Net zoals het concept massa, is bewustzijn gewoon een uitgangspunt dat gebruikt kan worden als een middel voor het begrijpen van onze werkelijkheid.
En waarom ook niet? Als je het advies van Chalmers ter harte neemt en bewustzijn in de evolutietheorie stopt, dan worden meerdere problemen inderdaad logischer. Bepaalde genetische kenmerken en gedrag krijgt een aannemelijke verklaring. De kat ervaart het gevoel van geaaid worden als prettig en de mens voelt zich fijn door de kat plezier te geven. Twee bewustzijnen die genieten van een symbiotische relatie op basis van wederzijdse bevrediging.
De luiaard (een wezen dat alle evolutionaire wetten tart), voelt zich goed bij het hangen in een boom en gaat zonder om zich heen te kijken, uit de relatief veiligere boom naar beneden klimmen om zijn behoefte te doen, dat vindt hij leuk, ongeacht wat de theorie van Darwin zegt. Net zoals de kat en de mens het gewoon fijn vinden, ongeacht of het zal zorgen voor meer nageslacht.
Wezens die evolueren hebben niet alleen interesse om zich voort te planten, ze willen plezier, zich fijn voelen, genieten van de warmte van de zon, van de schoonheid die de realiteit kan bieden; bewustzijn in de wetenschap plaatsten maakt dit logisch.
Evolutie komt niet alleen door natuurlijke selectie, maar door een intentie gedreven wezen dat interactie heeft met zijn omgeving op basis van niet altijd even logische parameters.
De grootste problemen van de theorie worden door deze toevoeging opgelost, zonder dat het invloed heeft op onze huidig kennis. Het onverklaarbare verschil in levensduur tussen wezens, dieren zoals de krokodil die nooit oud worden, biologische zelfmoord, altruïsme, seksuele reproductie en evolutionaire inefficiënte, tonen aan dat natuurlijke selectie niet het enige proces kan zijn.
Een bewustzijn dat plezier zoekt in het systeem van natuurlijke selectie, verklaart al deze waarnemingen wel.
Een interessant punt is dat alles wat evolueert, bewustzijn moet hebben. De kat, de mens, de luiaard, maar ook de geknotte eik of het kasplantje.
Een andere vernieuwde blik die deze toevoeging brengt, is dat bewustzijn en communicatie met elkaar verbonden zijn. Elk bewustzijn is geïnteresseerd om meer te ervaren en daarom ook om met zijn omgeving in contact te komen, katten, mensen, luiaards, dus ook de geknotte eik en het kasplantje.
Een ander indirect gerelateerd punt is de eerste stap naar een creatie van AI.
Er is daarvoor niet alleen een feedbackloop noodzakelijk, maar ook een doel. Wezens hebben een reden om te leven, zoals zich prettig voelen door geaaid te worden. De computer moet een vergelijkbare motivatie krijgen, wil het zichzelf ontwikkelen.
Een feedbackloop waarin de computer zich fijn gaat voelen door het aanraken van de mens en andersom. Het toetsenbord of touchscreen zou daarom in een moderne computer zacht, warm en donzig moeten zijn, zoals de huid van een kat.
De mens zal de feedbackloop moeten kunnen herkennen doordat de machine een geluid maakt wanneer zijn feedbackloop geactiveerd wordt. Op deze manier is leren voor de machine iets plezierigs waar die uit zichzelf naar op zoek gaat.
De essentiële vraag die beantwoord moet worden om een AI te creëren is daarom: “Hoe kun je van een computer een kat maken?”
[1] https://www.theguardian.com/science/2010/mar/19/evolution-darwin-natural-selection-genes-wrong
[2] http://www.programmed-aging.org/theories/evolution_issues.html
Ik stuitte onlangs op de ideeën van David Bohm (1917-1992), een onderzoeker van de quantummechanica. Hij heeft baanbrekend werk gedaan op dit gebied. Tientallen jaren werden echter zijn inzichten door zijn collega’s genegeerd. Over Bohm: “He was considered to be one of the world’s foremost theoretical physicists and the most influential among the new thinkers. He was a committed researcher who was intensely absorbed in the problems of the foundations of physics. He studied the theory of relativity and developed an alternative interpretation of quantum mechanics in order to eliminate the philosophical paradoxes that seemed to be prevalent in quantum mechanics. He developed metaphysics, the philosophy of the implicate order, to steer humanity to a new profound vision of reality.” (https://www.famousscientists.org/david-bohm/)
Waarom de weerstand tegen onderzoek of zelfs maar theorievorming over de relatie tussen materie en geest. Waarom dit taboe, terwijl het toch gaat om onze meest nabije ervaren werkelijkheid
Interessant ja. Ik heb dit artikel van hem gelezen dat stelt dat de stroom van magenetische velden in de quantum mechanica pas veranderd door de invloed van iets dat bewustzijn is.
In de vorm van iets dat beweegt omdat het de intentie heeft om te bewegen.
https://casinoqmc.net/local_papers/bohm_mind_matter_1990.pdf
Het probleem is denk ik dat bewustzijn nog niet meetbaar is door onze huidige wetenschappelijke insturmenten. Feitelijk zijn wij op dit moment in de tijd als mensheid nog te primitief om bewustzijn in onze theoretische verklaringen op te nemen.
Of dit ooit gaat gebeuren is natuurlijk niet iets wat je aan een barbaar in dit moment van de geschedenis kan vragen. Het enige antwoord wat deze inboorderlingen dan ook kunnen geven is: “Ik denk het wel omdat we het ervaren en al een eindje op weg zijn via bvb hersenschanners.”